Gouden jubileum 2024
Dit jaar is het 50 jaar geleden dat een kleine groep studenten een eigen ensemble begon. Dat 'clubje' groeide uit tot het Ad Hoc Orkest van nu: we hebben GOUD bereikt.
Met Gouden klanken als uitgangspunt gaven we een lustrumconcert op zaterdag 1 juni 2024 in de Geertekerk in Utrecht.
Een hoofdrol was weggelegd voor niemand minder dan Mozart, de golden boy van de klassieke muziek. Met muziek van hem, of verwijzend naar hem, zoals uit zijn opera 'Don Giovanni'. We omlijstten dit met een verrassend samenspel met de Utrechtse dichter en schrijver Ingmar Heytze.
Op het programma:
- Johannes Verhulst - Symfonie in e mineur op. 46
- Wolfgang Amadeus Mozart - Don Giovanni Ouverture KV 527 (arr. F. Busoni)
- Heitor Villa-Lobos - Sinfonietta No. 1, “A Memoria de Mozart”
In het weekend van 7 t/m 9 juni logeerde het orkest in een groepsaccommodatie op Texel. In de Maartenskerk in Oosterend speelden we op zaterdagavond 8 juni delen uit ons lustrumconcert. Voor zorginstelling het Maartenshuis in de Koog gaven we in kleinere ensembles een kamermuziekconcert.
En natuurlijk gingen we uitwaaien, genieten van strand, duinen en zee en van andere activiteiten op Texel.
Op 1 juni 2024 verluchtigde Ingmar Heytze ons lustrumconcert met onder meer een aantal eigen gedichten. Het gedicht 'Ad Hoc Orkest' schreef hij 2 weken voor het lustrumconcert terwijl hij onze generale repetitie bijwoonde. 'Vijftig' stamt uit 2022 en is een bespiegeling van de dichter op zijn eigen leven van ruim een halve eeuw. 'Gouden Sporen' is een gedicht dat Heytze maakte voor een andere jubilaris - de Vereniging Oud Goud Hogeschool Utrecht; met toestemming hier overgenomen - maar is ook in ons gouden lustrumjaar een toepasselijke ode op de oneindige tijd.
Ad Hoc Orkest
Een orkest krijg je niet zomaar uitgelegd.
Dat er in zoveel kamers instrumenten staan,
hoe hun eigenaarseen extra identiteit
aannemen als ze alleen zijn, of onder elkaar,
dat leven neerkomt op meer dan wat er zoal
op je pad kwam, je baan, de buurt waarin je
al dan niet toevallig bent beland en welke
krant je leest – ach nee. Maar dan: het orkest!
Een veertig-, vijftigkoppig wezen dat ons
omgeeft en meer is dan iedereen bij elkaar,
de levensgrote vlieger van geluiden die je samen
oplaat, iets magnifieks dat alles overstijgt
en bijna doet vergeten wie er niet meer is,
wat kwam, wat ging: grauwe verbittering,
gouden herinnering – alles valt weg in
het oneindige moment dat de muziek begint.
22/23-05-2024 • Ingmar Heytze
Vijftig
Dit is mogelijk:
aan tafel zitten tussen je kinderen
en denken dat het ook goed is
als je nu voorovervalt en dood blijft,
dat je het allemaal nog niet zo gek
hebt gedaan, het leven.
Stel, ik kon teruggaan en mijn
vijfentwintigjarige ik een oorvijg geven.
Zou ik dat doen? Jawel. Aan de andere kant:
hoe kon hij weten dat hij de vijftig haalt,
al die gedichten schrijft, dochters krijgt
en terugkeert om zichzelf te slaan?
Wie je bent betaalt voor wie je was.
Dat wist ik al. Wat ik niet eerder zag:
dat ik de vuist waarmee ik terugsla
uit de lucht kan plukken als een sleutelbos,
dat ik mijn oude ik omhelzen kan,
iets fluisteren dat wij alleen begrijpen.
Dat het er nu om gaat mijn hand te openen,
dit op te schrijven.
Ingmar Heytze, uit: Met wat geluk (2022)
Gouden Sporen
Iemand wilde weten of de tijd ons iets geleerd had
en zo ja, wat dan. Ik dacht na, misschien te lang, want
iedereen werd droeviger en grijzer waar hij stond
en zei: de tijd is niet zo’n beste onderwijzer
Alles wat de tijd over zichzelf vertelt, is achterhaald
nog voordat hij is uitgepraat. Lees de krant: de taal
verandert onder onze ogen. Kijk in de spiegel en bedenk
hoeveel procent we zijn van wie we zeven, veertien,
eenentwintig jaar geleden waren, hoeveel van ons
al is verdwenen en hoeveel nog niet bestond –
is het geen wonder om jezelf te kunnen zien
als één persoon in plaats van een verzameling
fragmenten zonder samenhang? En tijd, wat we
daar ook van vinden, tijd is alles wat we krijgen,
tijd is niets, een spoor om langs te reizen, lijnen
naar een snijpunt dat we nooit zullen bereiken.
Zo bekeken is er niets dan tijd. De nacht is lang.
We rijden naar de sterren. Maar wij ademen oneindigheid.
Ingmar Heytze (05-02-2018)
Over Ingmar Heytze
Ingmar Heytze (Utrecht 1970) schrijft poëzie voor mensen die niet van gedichten houden. In 2000 was Ingmar huisfilosoof van het Centraal Museum en van 2009 tot 2011 de eerste Utrechtse Stadsdichter. In 2008 ontving hij de tweejaarlijkse C.C.S. Croneprijs voor zijn oeuvre en in 2016 de Maartenspenning van de stad Utrecht
Toen in 2001 zijn eerste drie dichtbundels gebundeld werden, voorzag Gerrit Komrij (destijds Dichter des Vaderlands) deze herdruk van een voorwoord waarin hij schreef dat Heytze een dichter is die 'weigert entertainment en helderheid als vloekwoorden te beschouwen'. Daarbij citeert hij achteloos andere dichters, maar ook liedjes: 'Hij is een cultuurproduct, schrijvend met het gemak van een natuurtalent', dat door zijn 'lichtvoetigheid en directheid' het gebruik van 'grote woorden' acceptabel maakt.
Zijn eigenlijke debuut heette Alleen mijn kat applaudisseert en mogelijk zijn er in het Ad Hoc musici die hem dat na kunnen zeggen. Hij trad, solo of met muzikanten, op tijdens literaire festivals als Crossing Border, Lowlands, de Nacht van de Poëzie en de reprise van Poëzie in Carré in 2006. In 2009 verscheen zijn bundel Utrecht voor beginners, De Domstad in 127 gedichten, gevolgd door Utrecht voor Gevorderden in 2011.
Ingmar Heytze is op dit moment de hoogst genoteerde levende auteur in de Utrechtse Literaire Canon van de SLAU (Stichting Literaire Activiteiten Utrecht). In 2013 verscheen Van licht en steen, ter gelegenheid van het Utrechts Monumentenfonds dat toen 70 jaar bestond. Heytze verdiepte zich in de wereld van moerbalken, kinderbinten, neuten en oortjes. Het inspireerde hem tot nieuwe gedichten, maar hij beschreef daarnaast hoe het fonds in die zeventig jaren de oude binnenstad van Utrecht behoedde voor massale sloop. Hoe volledige ruïnes werden terug gepuzzeld naar aantrekkelijke, weer prima bewoonbare panden. Een prachtig boek met foto's van Daan Verschuur en vormgegeven door Meike van Schijndel waarin de verhalen van de bewoners (en niet te vergeten hun huisdieren) prachtig tot hun recht komen.
Bij het Ad Hoc jubileum gaat Ingmar voor een aantal gouden momenten zorgen. Een gelauwerde dichter die het Lustrumconcert opent, wie wil dat nou niet?
Bekijk foto's uit het verleden